Chico woont in Costa Rica. Voor het eerst van zijn leven gaat hij een verre reis
maken. Naar Nederland, daar woont zijn zus Lisa. Alles is anders in dat verre land.
Het is winter, er is sneeuw en ijs. En hij kan zo in het huis aan de overkant kijken.
Daar ziet hij een leuk meisje. Ze heet Trudy en Chico wordt verliefd op haar.
En alles wordt nog vreemder en verwarrender dan het al was.
|
‘Wat is dit?’ vraagt Chico.
Hij wijst naar zijn neus.
‘Neus,’ zegt Trudy.
‘Noos,’ zegt Chico.
‘Bijna goed,’ zegt Trudy.
Dan wijst ze naar haar ogen.
‘Ogen,’ zegt ze. ‘Een oog, twee ogen.’
Chico kijkt naar Trudy’s ogen.
‘Ogen,’ zegt hij. ‘Troedie moj ogen.’
|