Een beetje Indiaan
Marita en haar moeder wonen nu drie jaar bij Erik in Nederland.
Voor het eerst gaan ze terug naar het Herteneiland in Costa Rica.
Marita voelt zich al een Nederlands kind, waardoor ze weer erg
moet wennen aan het eiland waar ze is geboren. Ze is veel
vergeten en ze moet haar geboorteland weer opnieuw ontdekken.
Hoe donker de avonden zijn zonder elektrisch licht, dat er enge
dieren door de lucht vliegen, dat de varkens en kippen gewoon
om het huis scharrelen en dat je leguanen kunt eten.
Ze ontdekt heel veel en het belangrijkste is misschien wel dat
de mensen er leven als indianen en dat ze zelf ook een beetje
indiaan is.
|
‘Praat je ook Hollands, Angela? Nee zeker,’ zegt Ana Julia.
Mama knikt trots. ‘Ik versta alles,’ zegt ze.
‘Praten vind ik moeilijker, maar ik kan ’t wel.’
‘Laat ’s wat horen,’ zegt José.
Mama schraapt haar keel.
‘Vandaag is lekker weer,’ zegt ze. ‘Ik wandelen in de park.’
‘Is dat goed?’ vraagt Ana Julia aan Erik.
Erik knikt.
Marita zegt niks, ze lacht zachtjes.
‘Zeg nog ’s wat.’
‘Ik ga zwem in zee,’ zegt mama. ‘En dan liggen in de strand.’
‘Ik vind ’t knap, hoor,’ zegt Ana Julia.
‘En begrijpen andere Hollanders dat ook?’
‘Ja,’ zegt Erik. ‘Dat begrijpen ze.’
|