Het huis van oma
De oma van Maloe is dood. En nu moet haar huis helemaal
leeg, want het wordt verkocht. Samen met haar vader gaat
Maloe vaak naar oma’s huis. Dan komen de herinneringen
aan oma weer boven. Langzaam maar zeker krijgt ze antwoord
op de vragen die oma’s dood oproepen.
Was oma wel zo lief? Wat moet er met haar spullen gebeuren?
De knopenpot, oma’s schoenen, het Mariabeeld en het
wespennest? En waarom wil de vader van Maloe niet meer
in oma’s huis en oma’s dorp wonen?
|
Alles gaat voorbij. Heel lang geleden was ik één jaar. Maar
dat ging voorbij, ik werd twee. Nu ben ik elf jaar, maar dat
gaat ook voorbij: over acht maanden word ik twaalf.
Soms is het fijn als je weet dat iets voorbij gaat.
Bijvoorbeeld als ik in een auto zit en misselijk word.
Dan ben ik blij als ik eruit kan. Of als ik naar de tandarts moet.
Of als de kapper mijn haar te kort heeft geknipt. Het gaat voorbij, denk ik dan
maar, het groeit wel weer aan.
Als je wilt dat iets voorbijgaat, gaat het juist heel langzaam.
Dingen die fijn of goed zijn, gaan snel. Maar alles, ALLES, gaat voorbij.
Ooit zal ik niet meer bij mijn vader en moeder wonen.
Ooit...
Ik wil er niet te veel aan denken, maar soms gaat het vanzelf.
Omdat ik weet dat alles voorbijgaat.
Mijn moeder vindt dat ik niet zo moet denken, omdat voor kinderen het leven nog
maar net is begonnen.
Daar ben ik het niet mee eens, want mijn leven is allang begonnen.
Ik leef langer dan ik me herinner, en in mijn leven is al heel veel voorbijgegaan.
|